Bij HEERLIJK.NL zijn we voortdurend op zoek naar nieuwe parels, naar nieuw talent, naar plekken die onze verwende smaakpapillen nog weten te betoveren. Elke week zoomen we in op een heerlijke nieuwkomer; een restaurant dat korter dan een jaar is gestart of herstart en een plek in de spotlights verdient. Dit keer zijn we te gast bij restaurant Vena d’Oro in Barendrecht, waar de Italiaanse koks elke storm (van kritiek) glansrijk weten te doorstaan.
Ken je dat? Dat je ergens zo intens van geniet, dat je er volledig in opgaat en niet doorhebt wat er om je heen gebeurt? Dat het weer ineens omslaat zonder dat je het opmerkt. De garnalenrisotto van Paolo Basile, de Siciliaanse chef van Vena d’Oro, is zó goed dat de rest (lees: de buitenwereld) even niet relevant is. Totdat we een harde klap voelen, gevolgd door een flinke pijnscheut. Weg risotto, weg magie. Een rukwind blaast de parasols, met een individueel formaat van zo’n 4 bij 4 meter, op het terras van dit Italiaanse restaurant in één adem omver. Eentje valt op onze rechterschouder. Gewond zijn we niet, een flinke blauwe plek is het enige souvenir dat we aan dit ultrakorte natuurgeweld overhouden. We laten ons desondanks graag troosten door de man in het wit. Zolang je ons pampert zoals deze wonderdokter dat doet, kunnen wij heel wat stootjes hebben. Als laatste pleister geeft hij zelfs een flinke dosis garnalenrisotto mee voor thuis.
We hebben het niet over zomaar een risotto. Deze risotto (26 euro) met gamberi rossi, de rode garnalen die uitsluitend worden gevangen bij Mazara del Vallo ten zuidwesten van Sicilië, is van wereldklasse. Smeuïger hebben wij ‘m nog nooit gegeten. Als we Paolo Basile correct weergeven, heeft hij deze risotto ooit als vergissing gemaakt. De ‘fout’ zou hem zitten in de salie. Dat had naar eigen zeggen tijm en/of dille moeten zijn.
De ‘verkeerde’ risotto noemt hij Beatrix, zijn privéprinses, als variant op het originele recept van Enrico Derflingher, van 1987 en 1990 als kok werkzaam op Buckingham Palace en Kensington Palace. Derflinghers Queen Victoria Risotto -bereid van de rijstsoort carnaroli en ingekookt met mousserende wijn- was mateloos populair onder de Britse royals en wijlen wereldleiders als George Bush, Ronald Reagan en Michail Gorbatsjov. Door zich te vergissen, zou hij de Queen Victoria Risotto zomaar hebben overtroffen. De bisque heeft onze dottore in cucina getrokken van de koppen van de gamberi rossi en de parmezaan die hij gebruikt is maar liefst 36 maanden gerijpt: molto buono!
Een pronkende pauw is niet zó trots op zijn veren als Paolo Basile op zijn prestaties
Aan de expertise van Paolo Basile hoeven we geenszins te twijfelen. Zijn diploma’s, oorkondes en certificaten hangen achter glas bij de ingang van Vena d’Oro. Een pronkende pauw is niet zó trots op zijn veren als Paolo Basile op zijn prestaties. Tot drie keer toe nodigt hij ons uit zijn prijzenkast aandachtig te bestuderen. Een papieren welkomstwoord, ondertekend door Enrico Derflingher -tegenwoordig president van Euro-Toques Italia en Euro-Toques International, showt hij zelfs aan tafel. Naast zijn schoenen loopt hij echter niet. Paolo Basile’s trots is eerder aandoenlijk.
De chef staat erop dat hij alle gerechten zelf uitserveert en toelicht aan tafel. Wij smelten bij zijn steenkolenengels met Italiaanse tongval. Hij woont al een jaar of negen in Den Haag maar omdat hij vrijwel altijd aan het werk is, omringd is door uitsluitend Siciliaanse koks en samenleeft met een Italiaanse schone heeft hij nog geen kans het Nederlands eigen te maken. Van ons mag hij zich op deze manier blijven uiten. Zijn uitleg klinkt in elk geval sexyer dan de (slordige) vertaling van nogal wat lunchgerechten. De assortimento misto zijn er bijna gemene hapjes, in plaats van gemengde hapjes en met een simpele carpaccio van rundvlees diskwalificeer je als menukaartenauteur onbewust de kookkunsten van de witte brigade. Het schuim van parmezaan bij de carpaccio, steak tartare in onze ogen, verdient minimaal een vermelding.
Vena d’Oro betekent letterlijk vertaald een goudader. Als vertakking van een bladnerf zien we die goudader overal terug, zelfs als placemat. Als je deze vertakking ruimer interpreteert, is het een zijweg naar een geheime topplek. Vena d’Oro ligt tamelijk verscholen in een Barendrechtse nieuwbouwwijk, boven het Japanse restaurant Mizumi, en naast Vrouwe Carnisse, een beeld van geglazuurd keramiek in blauw en wit waarover de lokale meningen nogal uiteenlopen. Vena d’Oro beschikt over een traplift waarmee het restaurant, tevens een gin- en wijnbar, rekening houdt met gasten die minder goed ter been zijn. Het interieur oogt heel luxe, het sanitair is van koninklijk kaliber.
De middagzon verleidt ons naar buiten. Op dit keurige maar tamelijke grijze terras springen de potjes met oranjerode kalancoë (blossfeldiana) er snel bovenuit. De parasols geven geen wankele signalen. Dat ze halverwege de lunch omvallen, dat mag niet gelezen worden als nalatigheid van Vena d’Oro. De standaardsetjes peper en zout op de terrastafels vinden we bijna een belediging naar Paolo Basile. Zijn gerechten behoeven geen smaakversterkers.
De uiterst plezierige huisprosecco, door azienda agricola Conte Emo Capodilista vanzelfsprekend gemaakt van de druif glera, drinken wij eerst als aperitief, en vervolgens gemixt met wodka als sgroppino. De citroensorbet in deze spoom is vervangen door mandarijnenijs. We kunnen deze switch waarderen.
Vena d’Oro doet niet geheel onlogisch zaken met Premium Wine House uit Spijkenisse. Peperdure Amarone’s van het legendarische wijnhuis Dal Forno Romano in Val d’Illasi en Bolgheri Sassicaia’s van -uiteraard- Tenuta San Guido uit Toscane blinken er naast een piepjonge pinot grigio, La Giareta, van Enrico Marcato uit Veneto en andere allemansvriendjes. In welk stadium je je ook begeeft -doorgewinterd, gevorderd of onervaren- als wijndrinker kom er aan je trekken. Overigens zijn al niet alle wijnen afkomstig uit Italië. Sterker, we zien aardig wat Spaanse en Amerikaanse kanjers voorbijkomen.
De schiuma di burrata –‘een semimousse’- met tomaat en een gel van basilicum van Vena d’Oro is als een spitsvondige salade caprese weergaloos. Met weinig ingrediënten, als rechtgeaarde Italiaan houdt Paolo Basile zich aan het principe less is more, weet hij iets neer te zetten wat in elk geval in Nederland ongekend is.
Oregano geeft de licht pikante mosselen in de volgende ronde een extra boost. De vinaigrette die overblijft op het bord nadat de schelpen zijn geleegd, drinken we onbeschaamd op want te lekker voor de gootsteen. Het is alsof een engeltje over onze tong plast. Bij de carpaccio -deze is flinterdun gesneden- van rode garnalen, dezelfde als in de risotto, met radijs vallen we opnieuw in katzwijm. De krokante balletjes zeeduivel in een rode uiensaus raken ons niet, althans niet op die manier als de overige gerechten.
À la carte van een omvang als bij Vena d’Oro zien we tegenwoordig zelden meer in de hogere horeca. Wie geen keuze kan maken, kan deze -met een gerust hart- overlaten aan de keuken. Voor een driegangenmenu betaal je er 46 euro, met een pasta erbij kom je uit op 53 euro en met dubbel hoofdgerecht op 62 euro.
Bij de dolci worden we niet door de wind maar door de keuken omver geblazen. Die puike panna cotta van Vena d’Oro, en een halfbevroren mousse van basilicum -naar de textuur van een semifreddo- gevuld met een puree van mandarijn en fluweelzacht ijs van aardbei en madame-jeanette, allemachtig, wat een feest!
Een verkeerd afgestelde machine of inferieure bonen, wat de reden ook is, de aromaloze koffie van Smit & Dorlas met een fabriekscakeje, een limoncello mandorla in plastic verpakking, is geen waardige afsluiter van een middag die de boeken ingaat als molto speciale. Met deze witte brigade heeft Vena d’Oro goud in handen, maar dat lijkt het restaurant niet helemaal te beseffen of het durft het alleen in de naam uit te dragen. Verbeter de omschrijvingen op de menukaart, haal dat Middellandse zeezout en die zwarte peper van Dorgheria van tafel, laat dat amandelkoekje weg of bak het zelf en wees à la Paolo Basile trots. Want trots mogen ze in Barendrecht zijn. Apetrots zelfs.